Honduras, de ruïnes van Copan

Vanuit Antigua was het een paar uur rijden naar de grens met Honduras. De weg voerde dwars door Guatemala Stad, de hoofdstad van het land met ruim drie miljoen inwoners. Om de files voor te zijn moesten we onchristelijk vroeg vertrekken: om kwart over drie(!) in de nacht ging de wekker al. Bij duisternis was de stad vol lichtjes een mooi gezicht. In ieder geval mooier dan overdag, want dan is Guatemala Stad doorgaans met een dikke laag smog bedekt.

Onderweg reden we door de bergen en was er sprake van grote hoogteverschillen. Behalve aan je oren die steeds dicht zaten, was ook aan de meegenomen waterflesjes goed te zien dat er sprake was van drukverschil, omdat die duidelijk indeukten.

Omdat het regenseizoen was kwam er soms een enorme hoeveelheid water naar beneden. Dat zorgde plaatselijke voor stukken rots en bomen die naar beneden waren gekomen en de weg versperden.

Bij de grens met Honduras konden we snel weer doorrijden, een stempeltje in het paspoort was voldoende om het land te mogen betreden. Honduras is een land met slechts 6 miljoen inwoners. In eerste instantie viel ons weinig op aan het landschap dat deed vermoeden dat we ons in een ander land bevonden. Maar Honduras verschilt van Guatemala en Mexico omdat slechts 6% van de bevolking oorspronkelijk Maya is. De rest zijn afstammelingen van de Spaanse veroveraars.

Enkele kilometers landinwaards lag onze bestemmming; de Maya stad Copan. Bij het betreden van de jungle waarin de ruïnes verscholen liggen werden we begroet door kleurrijke wilde papegaaien!

Copan is het meest zuidelijk gelegen Maya bolwerk, bekend om de vele inscripties die er gevonden zijn. We werden door een enthousiaste lokale gids rondgeleid die veel over het historie van het gebied wist te vertellen. Copan beleefde haar gouden jaren zo’n 400 jaar na Christus en had toen ruim 40.000 inwoners. Het was nu een indrukwekkend monument van vergane Maya-glorie, waar midden op de ruines struiken en zelfs hele bomen groeiden.

Onderzoekers waren nog steeds druk bezig nieuwe bouwwerken op te graven en te restaureren. Na het bezoeken van deze archeologische zone gebruikten we een lunch in een nabijgelegen dorpje en na dit bliksembezoek reden we alweer terug naar de grens met Guatemala, naar de volgende standplaats: Rio Dulce.

  • Door Bowie, september 29, 2008 @ 3:02 pm

    Erg mooi!

    Maar ik vraag mij nu toch af of je niet ergens in die jungle tochten ergens gigantische slangen of spinnen bent tegengekomen?

  • Door Steef, september 29, 2008 @ 6:15 pm

    Gaaf!

Andere links naar dit artikel